In mei 2024 viert de Vereniging Landschapsbeheer Vleuten-De Meern dat 50 jaar geleden het eerste ei werd gelegd voor de bescherming van landschapselementen. Misschien kent u haar leden van hun werk in het groen van de Buitenhof of kent u De Buitenplaats, hun werkschuur in het noordelijk deel van het Máximapark. De vereniging begon als “knotgroep” in De Meern, maar inmiddels is zij een serieuze samenwerkingspartner voor diverse gemeenten, organisaties en boeren. Bestuurslid Hans van Aartrijk vertelt.
Hans van Aartrijk
De oorsprong van de Vereniging Landschapsbeheer Vleuten-De Meern ligt in 1974 bij (de Vleutense ecoloog) Rein Klein Beekman, naar wie de laan bij de Buitenplaats is vernoemd. In 1975 was er een club wilgenknotters in Harmelen en een in De Meern. Samen werden zij de Knotgroep Vleuten-De Meern. Elke winter ging een groepje mannen het veld in om wilgen te knotten. Knotwilgen moet je onderhouden, anders worden de takken te zwaar, scheuren de bomen, en gaan ze uiteindelijk dood. Van Aartrijk: ‘Boeren hadden er geen tijd voor, maar het moest wel gebeuren. We reden in eigen auto’s en aanhangwagens en verkochten het hout om de onkosten te dekken. We werden een vereniging omdat we steeds meer spullen kregen. Dan heb je een voorzitter nodig en een penningmeester. Begin jaren 80 ben ik secretaris geworden. We maakten in die tijd lange werkdagen. Ik deed dat naast mijn volledige baan als biologieleraar. Nu werken we drie en soms vier dagen per week en stoppen we om half 2. Alles moet dan terug naar de werkschuur, schoongemaakt en opgeruimd.’
De vrijwilligers van Landschapsbeheer Vleuten-De Meern in actie.
Bij de vereniging is Van Aartrijk nu degene die er het langst werkt, bijna 45 jaar. Van Aartrijk: ‘Zelf ben ik begonnen toen ik 31 was. Ik was biologieleraar en woonde in Utrecht in de stad. De conrector van de school waar ik werkte zat in zo’n knotgroep. Zo ben ik erbij gekomen. In die beginjaren hielpen ook veel jonge mensen, dertigers en scholieren mee. De laatste jaren werken er eigenlijk alleen gepensioneerden mee, en soms mensen met een zittend beroep die af en toe even flink willen uitpakken.’
De vereniging doet twee soorten werk. ‘In de zomer werken we vooral in het Máximapark onder leiding van de ecologen Tabe Tietema (link naar interview) en Jacqueline Hoekstra (link naar interview). Van Aartrijk leidt het winterwerk. Die taak heeft hij in 2008 overgenomen van Klein Beekman. ‘Ons winterwerk bestaat uit het knotten van knotwilgen langs sloten en op de houtkades. We houden de “geriefbosjes” en de “pestbosjes” bij. Dat zijn bomengroepen in de weilanden. Een geriefbos is een bosje waar in vroeger tijden het hakhout vandaan werd gehaald dat de boeren in en rond het huis gebruikten. Een pestbosje is een klein stukje land aan de rand van een weide met bomen begroeid en omzoomd met een ringsloot. Ver voor de tijd van hygiëneregels moesten boeren ook van hun zieke en dode vee af. Die werden meestal begraven in de hoek van het weiland, zover mogelijk bij de boerderij vandaan. Nu zijn het nog mooie historische elementen in het landschap. Dus die houden we ook bij.’
Jubileumfilm Landschapsbeheer Vleuten – De Meern door Hans den Hartog
Houtkades
We zijn een serieuze samenwerkingspartner voor de gemeenten Utrecht, Woerden, Stichtse Vecht en Agrarisch Natuurbeheer Lopikerwaard, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Utrechts Landschap, particulieren en boeren. Voor de gemeente Woerden onderhouden we twee houtkades, en we onderhouden een houtkade voor Vitens. Voor Stichtse Vecht onderhouden we het bos bij het Buiten Queekhoven bij Breukelen. Dat bestaat uit twee percelen: een met essenhakhout en een met wilg. De essenziekte begon 14 jaar geleden en daardoor zijn er veel bomen gesneuveld. Nu vormen we het om tot een bos met een veel verschillende soorten bomen.
Werkschuur
Onze werkschuur De Buitenplaats in de Buitenhof in het Máximapark staat hier sinds 2011. Daarvoor zaten we in een stal op Wielrevelt, waar nu Natuurmonumenten een bezoekerscentrum heeft. Maar toen het Máximapark kwam en we ons daarmee gingen bemoeien, zijn we uiteindelijk hiernaartoe verhuisd. We hebben een contract met de gemeente Utrecht voor de Buitenhof – en andere gebieden – en daarom kregen we een stukje grond om onze werkschuur op te bouwen. Het is ontworpen door architect Es van Ginkel, die het om niet voor ons heeft getekend. Met een sponsoractie hebben we het kunnen bouwen.’
De Buitenplaats is net een onneembaar fort, grotendeels omgeven door water. Aartrijk: ‘We hadden ook een brug gewild, maar dat was te begrotelijk. Nu is er een dammetje. We hebben ons goed beschermd tegen inbraken. In de 50 jaar van ons bestaan hebben we veel inbraken gehad. Maar hier in de Buitenplaats hebben we een ijzeren deur en het (dure) gereedschap staat in een zeecontainer, afgesloten met ijzeren balk. Er zijn camera’s. Een aantal bestuursleden heeft een app waarop we kunnen zien wat hier gebeurt.’
Gevraagd naar het plezier van het werk antwoordt Van Aartrijk: ‘In het begin ging ik op pad met Reint om kennis te maken met de opdrachtgevers. Er waren diverse subsidieregelingen, maar toen Henk Bleker staatssecretaris van Landbouw was (2010-2012) schroefde hij die financiering voor landschapsbeheer met 50% terug. Sindsdien vragen we vergoedingen aan boeren en gemeentes. Dat gaat vaak stroperig. Soms zegt een opdrachtgever: jullie werken toch met vrijwilligers, dat is toch gratis? En dan leg ik uit dat wij heel veel kosten hebben, machines, brandstof, gereedschap. Aanschaf, afschrijving, verzekering voor het gebouw, belastingen.’
Als je een opdracht eenmaal binnenhaalt is het leuk. Ik werk 50 à 60 werkdagen in de winter. De tijd die je eraan besteedt en al die leden die komen opdraven, dat geeft een heel voldaan gevoel. Zelf moet ik ruim voor het werk begint aanwezig zijn vanwege Arbo eisen. Ik moet een risico-inventarisatie maken: bomen die omgevallen zijn, prikkeldraad dat kapot is. De regels worden elk jaar strenger. Mensen die met een kettingzaag werken moeten gecertificeerd zijn, ze moeten speciale handschoenen aan, veiligheidsschoenen, een zaagbroek. De ladders moeten gekeurd. Het wordt steeds gekker en hiervoor moet ik elke werkdag formulieren invullen.’
Van Aartrijk: ‘Een keer hadden we een vrijwilliger van in de tachtig die niet goed werd. Hij had te lang doorgewerkt. We hebben hem in een kruiwagen gezet. Hij blééf maar afwezig, dus hebben we 112 gebeld. We zaten in een geriefbosje midden in een weiland met een sloot eromheen. We hadden twee planken over die sloot gelegd en we reden hem in de kruiwagen over die planken door een zompig weiland naar het erf van de boerderij. Uiteindelijk is de man gewoon naar huis gegaan. Verder gebeuren er zelden ongelukken. Af en toe gaat er iemand de sloot in, bijvoorbeeld omdat een knotwilg afbreekt. Daarvoor hebben we reservekleren in de auto.’
De vrijwilligers van Landschapsbeheer Vleuten-De Meern aan de slag
Buitenhof
In de zomer helpt Van Aartrijk mee in de Buitenhof. Met zijn vrouw woont hij tegenwoordig in het dorp Benschop en dus komt hij niet zo vaak in het park. ‘Maar de Buitenhof vind ik een schitterend stuk van het park, veel rustiger dan de Binnenhof. Zoveel diversiteit in planten en dieren. En er loopt een ree, er zitten hazen, fazanten, ooievaars…
Vrijdag 17 mei en zaterdag 18 mei viert de vereniging dus het 50-jarig bestaan. ‘Eerst hebben een lunch met bestuur en oud-leden. ’s Middags komen genodigden. Wijkwethouder Lot van Hooijdonk komt, en de ontwerper van het park, Adriaan Geuze. Hij is al eerder geweest en was erg onder de indruk. Er komen vertegenwoordigers van Landschap Erfgoed Utrecht, een organisatie die zich inzet voor het erfgoed en landschap in de provincie Utrecht en verenigingen als de onze ondersteunt. Van Utrechts Landschap, dat natuur (en erfgoed dicht bij huis) ontwikkelt, beschermt en beheert. En de opdrachtgevers van de 25 projecten die we in de winter doen: meeste boeren en ambtenaren. Er wordt een film vertoond van Hans Hartog (bekijk hier de video op vimeo). We openen een wandeling van het IVN (lees hier het interview met Jan van Schooten van IVN) en er is een vraaggesprek met het Waterschap over het belang van de kwaliteit van het water.’
Tekst en foto’s: Lucie Th. Vermij
Vereniging Landschapsbeheer Vleuten-De Meern
Hof ter Weydeweg 1a
3451 ST Vleuten
www.landschapsbeheer-vldm.nl
E-mail: info@landschapsbeheervleutendemeern.nl
Hans van Aartrijk bij de werkplaats