Twee mooie oude bomen in het Máximapark
Twee oude grote groene Essen staan in de buurt van Anafora. Hoe kan dat, zo midden in het ‘jonge’ Máximapark? We spraken Jaap Gondelach bij deze prachtige exemplaren. In de zestiger jaren plantte hij ze. Parkarchitect Adriaan Geuze vond ze ook erg mooi en ze staan er nog steeds.
Jaap vertelt: “Destijds was ik tuinder in Vleuten en samen met mijn vader plantte ik deze Essen om de schapen die hier ook graasden wat schaduw te geven”. Nu, op een zonnige dag in deze lente, vertelt hij graag over ‘zijn’ bomen. Samen met zijn vrouw Joke en zijn dochter Marjoleine is hij naar deze mooie plek gekomen. Dit interview is nog een verrassing voor zijn verjaardag. Jaap is 73 geworden maar hij ziet er veel jonger uit. We stellen hem een paar vragen:
Wat vindt u van het park?
“Ik wandel regelmatig met Joke met veel plezier door het Máximapark. Dan geniet ik echt. Regelmatig lopen we dan ook langs ‘mijn’ bomen. Sowieso vind ik het park, zoals het geworden is, erg geslaagd. Het is een superpark! Het is een mooie combinatie van water en groen en bijna alles is uitgevoerd zoals het eerste idee was. Het Máximapark is een stuk stilte in een hele drukke omgeving. Het is een mooi, groot rustpunt.”
Hoe komt het dat ‘uw’ bomen in het Máximapark staan?
“Destijds, begin zestiger jaren van de vorige eeuw, heb ik ze geplant. Op land dat toen van mij was. Rond 2000 heeft de gemeente de grond overgenomen. Dat ze er nog staan is in overleg gegaan met de architect van het park Adriaan Geuze: een prima man. Ik ben erg blij dat dat gewoon kon.”
Waarom zijn de bomen bijzonder voor u?
Natuurlijk omdat ik ze zelf geplant heb en omdat ze konden blijven staan. En tegelijkertijd vraag ik me af: wat stellen wij mensen nou voor? Bomen kunnen gemakkelijk honderden jaren oud worden. Dat is veel ouder dan de leeftijd die wij kunnen bereiken.”
Welke herinneringen heeft u aan de bomen en de omgeving?
“Ik heb hier gevist, geschaatst en gevoetbald als kind. Toen ik het bedrijf overnam van mijn vader noemde ik het Leenszoon. Mijn vader heette Leen en ik ben één van zijn zonen. Op bloemenveiling, die er vroeger was aan de Utrechtseweg, werd er wel eens ‘Leemzoom’ omgeroepen. Dat was lachen. En het deed me denken aan de verschillende grondsoorten die er in het Máximapark zijn omdat hier vroeger een rivier meanderde. Moeilijk doorploegbare leem is er, maar ook hele vruchtbare grond.”
Dus uw vader speelt een belangrijke rol?
“Ja! Mijn vader was een ‘traditionele’ tuinder. Zelf heb ik me bekwaamd in bijzondere groentesoorten. Mijn vader heb ik daarover nog veel geleerd. Ik leerde van mijn vader weer om hard te werken. Het planten van de Essen hebben wij ook samen gedaan.”
Jaap Gondelach woont nog steeds in Vleuten en hij doet een paar dagen in de week vrijwilligerswerk op een prachtig oud landgoed in ’s-Graveland. Daar kweekt hij oude groenterassen. Op zijn eigen Facebookpagina schrijft hij er veel over.
Geschreven door: Astrid van der Plank
Fotografie: Janice Pang-Atjok
Datum interview: 29 mei 2019