De uitkijktoren Het Observatorium

Wie vaker door het Maximapark loopt is ongetwijfeld bekend met de prachtige stalen uitkijktoren naast de Bosspeeltuin, en laat zich elke keer weer verlokken tot een ontspannen wandeling naar boven om te genieten van de uitzichten. In 2009 verkozen de inwoners van de splinternieuwe wijk Leidsche Rijn dit kunstwerk en in  2013 werd het opgeleverd.

De toren heet het ‘Observatorium’. Het is een kunstwerk van de Amsterdamse kunstenaar Lucas Lenglet (Leiden, 1972). Het is opgebouwd uit aan elkaar geschakelde, in elkaar draaiende cirkelvormen. De buitenkant is bekleed met stalen spijlen, die steeds meer met klimplanten overwoekerd raken. De bezoeker kan er een eindeloze wandeling in maken. Een ‘weg’ leidt de bezoeker door de toren tot boven de bomen, waarna het pad als vanzelf weer naar beneden leidt.

Lucas Lenglet (Leiden, 1972) studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Hij had solopresentaties in Amsterdam, Athene en Berlijn, en nam deel aan de tentoonstelling: ‘Ideal City – Invisible City’ in de openbare ruimte van Zamość en Potsdam. Ook realiseerde hij een kunstwerk op de Rosa-Luxemburg-Platz in Berlijn.

Over zijn werk zegt hij: ‘In mijn werk zoek ik de scheidslijn op tussen natuur en cultuur, tussen het begrensde en het onbegrensde. Het gaat over insluiting en uitsluiting in de breedste zin van het woord.’ Over deze uitkijktoren vertelde hij eens hoe hij vol verbazing in het toen nog nauwelijks bestaande Máximapark en wijk Leidsche Rijn kwam en zich alleen maar afvroeg : ‘Waar ben ik in vredesnaam?’ En toen de uitkijktoren bedacht, 15 meter hoog, zodat je ver om je heen kunt kijken en kunt zien hoe de plek zich verhoudt tot de omgeving. 

Het Observatorium van onder naar boven

Het uitzicht vanaf het Observatorium

Het Observatorium

Interview met de kunstenaar Lucas Lenglet

Lucas Lenglet trots op zijn Observatorium:
‘Goed om te zien hoe het werk écht gebruikt wordt’

De uitkijktoren in het Máximapark is ontworpen door de Amsterdamse kunstenaar Lucas Lenglet. In 2009 was er een prijsvraag uitgeschreven voor een kunstwerk in de toen nog volstrekt prille wijk, drie ontwerpen dongen mee en Lenget won. In 2013 stond de toren er. Een gesprek met de kunstenaar.

Hij wilde iets doen met het gemis aan hoogte in het Nederlandse landschap, vertelt Lucas Lenglet (1972). Toen hij er de eerste keer kwam was het land  nog helemaal leeg en dacht hij: Waar ben ik in vredesnaam? Hij vond het eigenlijk heel raar om zo’n enorme wijk neer te zetten in een lege polder. De mensen komen te wonen in het niets. En toen bedacht hij de uitkijktoren! Die zou de mensen een beetje overzicht geven. Als je boven in de toren staat zie je in de verte Vleuten, De Meern, Haarzuilens, Harmelen, de Dom, de stad Utrecht. Voor hem is de toren bedoeld als reactie op de grootschaligheid van de wijk. Wie naar boven loopt verhoudt zich even niet tot die grootschaligheid: de wandeling in deze toren maak je zelf.

Lenglet ontwierp de toren op uitnodiging van de gemeente Utrecht en de toenmalige SKOR (Stichting Kunst in Openbare Ruimte), een organisatie die in de bezuinigingsrondes op de kunsten de afgelopen jaren ter ziele is  gegaan. Naast zijn ontwerp waren er twee andere, en het publiek koos voor de toren. Lenglet vertelt dat bij zijn ontwerp de hoofdgedachte was dat mensen in de toren een doorgaande wandeling konden maken, zonder al te veel inspanning. Dus geen trap, maar een flauwe helling. Daartoe bedacht hij vijf paar ringen die een slag gedraaid zijn ten opzichte van elkaar. Het is een bijzondere vorm, die komt nergens voor. Verder wilde hij dat de binnenruimte open zou zijn. Dat mensen in de kelderbak kunnen staan en op het maaiveld kijken. Eén worden met het landschap.

In de oorspronkelijke schets was hij uitgegaan van een combinatie van staal en beton, maar dat bleek te kostbaar. De gemeente vormde toen een team om te onderzoeken wat er wel mogelijk was. Alleen met staal bleek wél haalbaar. ‘We waren in de gelukkige omstandigheid dat er vanwege het bouwen van de nieuwbouw heel veel bouwers in de wijk zaten. Die waren trots op wat zij daar realiseerden en wilden graag meehelpen dit kunstwerk te realiseren. Uiteindelijk is de uitkijktoren er gekomen met geld van de overheid en het bedrijfsleven. Hij is daadwerkelijk gemaakt door smeed- en constructiebedrijf Van der Vegt uit Meerkerk onder leiding van Bouwbedrijf Jurriëns.

Zelf had Lenglet de toren ergens in het groen bedacht, vrijstaand, maar hij kwam uiteindelijk terecht naast de Bosspeeltuin. Hij vond dat best lastig, want zo werd het een speelobject en zo was het niet bedacht. Ineens kwam hij in aanraking met het “Speeltoestellen- en Attractiebesluit”, met gevolgen voor de graden van de helling. In het begin moest de toren afsluitbaar zijn. Vrijwilligers moesten hem elke dag openen en sluiten. Een tijdje is de toren zelfs helemáál gesloten geweest. Daar is toen nog een relletje over geweest. Er gingen namelijk kinderen met skateboards op de toren en dat was gevaarlijk. Tegen kinderen met skateboards kun je weinig doen. Uiteindelijk is er geld gereserveerd om de toren volledig open te stellen, met nog enkele aanpassingen.  Inmiddels staat er een afscheiding tussen de speeltuin en de toren. Daar is hij heel blij mee.

De  toren raakt steeds meer overgroeid en wordt daardoor minder zichtbaar. Wat vindt hij daarvan? Volgens Lenglet is het ontwerp meegenomen dat het werk niet helemaal overgroeid wordt. Dat wordt bijgehouden. In overleg met de landschapsarchitecte van de Bosspeeltuin is gekozen voor drie verschillende planten om de toren te laten begroeien: eén snelle groeier en twee langzame.

Hij is echt trots op het Observatorium. Hij komt er vrij regelmatig, neemt meestal mensen mee, zoals zijn zoon die nu tien is. Het werk werd vlak voor zijn geboorte opgeleverd, op een zandvlakte met aanplant van boompjes van één meter hoog. Inmiddels is de omgeving volwassen geworden. Wat hij leuk vindt is hoe gelééfd het werk nu is. Het patina – de corrosie op het staal – is veel mooier geworden. Hij is trots dat het er staat, dat het fors is en dat het hóudt. Het doet hem goed dat er regelmatig foto’s van de toren op Instagram te zien zijn, blijkbaar maken bezoekers er graag foto’s van zichzelf. Zijn Observatorium is een fotogeniek werk.

 

Tekst: Lucie Th. Vermij
Datum interview: juli 2021
Fotografie: Richard Draaijer, Marieke Schurink