De Jeremiebrug in de Alendorperweg

Midden in het Máximapark in de Alendorperweg ligt een romantische gele gietijzeren hefbrug, alsof die daar al eeuwen ligt. Maar dat is pas het geval sinds 2015. De zeer karakteristieke brug heeft een interessante geschiedenis.

De Jeremiebrug is een gemeentelijk monument uit 1912, die voorheen net buiten de  binnenstad van Utrecht lag, over de Kruisvaart. In 2011 moest hij wijken voor het nieuwe NS-station Utrecht Vaartsche Rijn, tot groot verdriet van de bewoners van de wijken Tolsteeg en Hoograven. In het Máximapark kreeg de brug gelukkig een waardige herbestemming. 

De brug ligt sinds 2015 over wat nu de Vikingrijn heet, maar voordien de Alendorperwetering. Dat is het laatst overgebleven stukje van de Rijn ten westen van Utrecht. De brug verbindt beide zijden van de Alendorperweg die – vóór de komst van de wijk Leidsche Rijn – de verbindingsweg was tussen Vleuten en De Meern. De weg was het hart van het kassengebied. De locatie is nu op de kruising van de Alendorperweg en de Esdoornlaan.

Over het smalle watertje Alendorperwetering: het is het laatst overgebleven stukje van de Rijn ten westen van Utrecht. In de vroege middeleeuwen werd het nog bevaren door schepen die van Utrecht richting Leiden voeren. Maar de Rijn verzandde hier steeds meer en in 1381 werd de vaarroute vervangen door het kanaal de Oude Rijn – van De Meern naar Harmelen. Door de verzanding werd de rivier zo smal dat van een rivier op den duur geen sprake meer was. Het stroompje dat overbleef, ongeveer 10 meter breed, werd herdoopt tot Alendorperwetering.

Bij de aanleg van het Máximapark is weer een deel van de vroegere Rijn uitgegraven, die daarbij de naam Vikingrijn kreeg. Deze Vikingrijn heeft een breedte van zo’n 70 meter, waarvan wordt aangenomen dat de Rijn in de vroege middeleeuwen ongeveer zo breed was. Bij het graven van de Vikingrijn in 2009-2010 werden trouwens twee middeleeuwse Vikingschepen blootgelegd. Over het nooit verdwenen deel van de Rijn, de Alendorperwetering, ligt nu de Jeremiebrug.

De Jeremiebrug was een ophaalbrug uit 1912 die bij de aansluiting van de Kruisvaart met de Vaartsche Rijn een eerdere draaibrug verving. De brug werd gebouwd door de Utrechtsche stoom-grofsmederij firma P.H. Hörmann in gietijzer. De naam Jeremie verwijst naar de 18e-eeuwse herberg ‘Jeremie’ van Jeremias du Chemin, een uit Frankrijk gevluchte Hugenoot die eerder schipper was op de vaart naar Vreeswijk. Hij was bekend figuur. Hij stierf in 1753, maar het Vaartse Veerhuis bleef bekend als Herberg Jeremie, zelfs de hele buurt werd De Jeremie genoemd. In 2011 in verband met de verbreding van de treinsporen en de bouw van het Station Utrecht Vaartsche Rijn, kwam de Jeremiebrug in het gedrang. De Stichting Vrienden van Máximapark (onder voorzitterschap van Johan de Boer) kreeg interesse in de brug en ontwikkelde een plan om die in het Máximapark te plaatsen. Hij werd verwijderd en in afwachting van de herbouw al opgeslagen op een terrein naast de plek waar de brug nu staat.

Een paar bewoners van de Alendorperweg protesteerden in eerste instantie nog wel, maar ze gingen overstag. Uiteindelijk is de enorme brug die voor het transport in tweeën was gezaagd, aan de Alendorperweg weer aan elkaar gelast en over de Vikingrijn gelegd. Er kunnen alleen nog kano’s onderdoor. Maar de brug kán – mocht het nog een keer hard vriezen – met de hand worden opengedraaid. Dan hoeven de schaatsers niet te klunen. Op 16 juli 2015 werd de brug weer in gebruik genomen.

De brug is beroemd. Er is zelfs een boek over geschreven, door Kees Visser voormalig hoofd afdeling Stedenbouw. Het heet Jeremie in Utrecht. Een brug verhuist, een station komt terug.

 

Geschreven door: Lucie Th. Vermij
Fotografie: Johan de Boer

Verder lezen:

De Jeremiebrug

Jeremiebrug vanaf de noordkant van de Alendorperweg.

Vrijwilligers sluiten de Jeremiebrug