Onlangs ging de bioscoopfilm ‘Máximapark’ van filmmaker Hans den Hartog in première. Een documentaire over enerzijds de rijke flora en fauna, en anderzijds de mensen erachter: de sleutelfiguren, vrijwilligers, bezoekers, evenementen. Over de geschiedenis, dat het hier een tuindersgebied was. “Ik hoop dat mensen zich meer gaan verwonderen over wat er allemaal in het park groeit en leeft. De meeste bezoekers hebben daar geen weet van”, aldus Hans.
Hans den Hartog
‘Máximapark’ is een indrukwekkende film over het prachtige afwisselende park met veel sfeerbeelden door de seizoenen heen, close-ups van dieren en planten, interviews met de mensen die aan de wieg stonden en de mensen die nu het beheer doen. Filmmaker Hans den Hartog woont in Vleuten en heeft het ontstaan en het opbloeien van het park van dichtbij meebeleefd.
Waarom een bioscoopfilm over het Máximapark?
“Al jaren loop ik ’s ochtends vroeg langs de Thematervelden, het natuurgebied tussen Vleuten en de Haarrijnse Plas. Drie jaar geleden zag ik daar drie reetjes die, wat ik later hoorde, zich soms ook schuilhouden in het Máximapark. Toen realiseerde ik me dat ik een film wilde maken over het prachtige Máximapark dat daar direct aan grenst. Ik was het kassengebied gewend, maar nu ontdekte ik hoe prachtig de diversiteit van het park is. De architectuur is bijzonder, en je hebt de vele archeologische opgravingen. Vervolgens heb ik mijn filmplan gepresenteerd aan communicatiemensen van de gemeente Utrecht en De Vrienden van het Máximapark. Die waren heel enthousiast. Het zou een vrije film worden, geen opdracht. Om hem te kunnen maken had ik financiering nodig. Ik heb vijftien subsidieaanvragen geschreven, daarvan zijn er elf gehonoreerd. Dat mag ook wel, want het Máximapark is een uniek stuk Nederland. 25 jaar geleden werd het nog bevolkt door tuinders, nu is het een levendig, groen icoon van moderne landschapsarchitectuur en gemeenschapszin.”
Jeffrey van Houten filmt tijdens de hopoogst
Wat was het bijzondere aan het maken van deze film?
“Ik ben hier geboren en getogen. Wat nu het Máximapark is, was in mijn jeugd een kassengebied. Ooit was hier een referendum over de annexatie door de gemeente Utrecht en toen heb ik nog tégen gestemd. Maar het kwam er toch. Eerst had je de ontmanteling van de kassen, daarna alleen maar afgravingen. Modder en zand. Een park ontstaat pas ná de ontginning. Ik heb de eerste boompjes gezien, het Lint dat werd aangelegd… Je kijkt er naar, maar je hebt geen idee wat het wordt.
Door de gesprekken met landschapsarchitect Adriaan Geuze, met wie ik een dag door het park heb mogen lopen en rijden, begrijp ik nu veel beter wat zijn visie was. Een park is een hoognodige voorziening in een stedelijke omgeving. Mensen moeten kunnen ontspannen, van de natuur genieten. We zijn tegenwoordig met zijn allen zo georiënteerd op onze schermen: de telefoon, de tablet, de computer, de televisie. Het is echt nodig dat we andere ervaringen hebben. Liefst buiten, is mijn idee. De natuur in Nederland is helemaal aangelegd. We rijden er doorheen, fietsen, lopen, maar we weten er heel weinig van. In het Máximapark is zo veel te zien en te beleven. Het is echt bijzonder, het wijkt af van alle andere parken die ik ken. Er zijn veel verschillende tuinen, kunstprojecten, sferen. Meer dan honderd vrijwilligers zijn actief in beheer en onderhoud, heel bijzonder in een gemeentelijk park! Sterk aan het ontwerp is dat het park aan alle buurten raakt. Iedereen woont vlakbij het Máximapark. De eerste jaren werd er steeds meer gebruik van gemaakt, maar sinds corona is het gebruik van het park geëxplodeerd. Er zijn zoveel initiatieven van omwonenden.”
Hoe is de verdeling natuur en verhalen?
“De film is een aaneenschakeling van beelden van natuur afgewisseld met interviews met mensen. Uiteraard heb ik de hoofdpersonages in beeld: stedenbouwkundige Riek Bakker die het masterplan van Leidsche Rijn heeft geschreven, landschapsarchitect Adriaan Geuze, de ontwerper van het park, archeoloog Erik Graafstal die al die opgravingen heeft geleid, Peter Mocking, coördinator en spil van de Vrienden, die het park samen met de gemeente onderhouden. En parkbeheerder Carel Spek, die al vijftien jaar namens de gemeente het beheer doet van het park. Hij is er elke dag, hij weet echt alles. Hij weet waar welke plantensoorten bloeien, hij ontdekte het sperwernest, voor ons noodzakelijke informatie. Om dieren te filmen moet je veel geduld hebben. Het was een groot geluk dat we de golfkar van de Vrienden mochten gebruiken. Dat was onze auto met onze spullen. Zo konden we overal filmen. Het gaat echt niet vanzelf. Je moet weten waar een nest is van de ijsvogel, en daar dan je schuiltentje neerzetten. Je wilt de prooioverdracht bij sperwers filmen, daarvoor moet je uren wachten. Hetzelfde geldt voor de ooievaar en de bonte specht. Samen met natuurfilmer Jeffrey van Houten heb ik uren zitten wachten op baltsende en parende futen met het juiste licht. Prachtig is dat.”
“De flora en fauna zijn wel de rode draad door de film. Ik wil graag dat de mensen zich verwonderen over wat er allemaal leeft, waar je als bezoeker geen weet van hebt. Heb je wel eens de lachende groene specht gehoord, of melkende mieren van heel dichtbij gezien? De rest gaat over de mensen. Zo heb ik een excursie gefilmd over nachtvlinders, georganiseerd door de Nachtvlinderwerkgroep uit Houten. Zij smeren stroop op de bomen en daar komen dan die nachtvlinders op af, heel bijzondere creaturen. Met de film wil ik de mensen laten zien waar ze allemaal aan voorbij lopen. Kijk, dit groeit en bloeit hier allemaal.”
Filmen tijdens de vlinderexcursie
Welke stukken in de film vind je zelf het mooist?
“Dat vind ik moeilijk te zeggen. Als ik het een noem dan doe ik het ander tekort. De flora en fauna en de nachtdieren vind ik heel bijzonder. Maar ook de architectuur, zoals de Parkpergola, de brug over de Lelievijver, de Japanse bruggen. De Vlinderhof is 300 dagen per jaar mooi. Daar hebben we best lang gefilmd, ik heb er een timelapse gemaakt, maar uiteindelijk heb ik – samen met editor Niels Dekker – veel opnames niet gemonteerd, het was echt veelvuldig kill your darlings.”
Voor wie is de film boeiend? Voor bewoners van Leidsche Rijn en Vleuten De Meern, of breder?
‘Ik denk dat de film iedereen kan aanspreken die van parken, natuur en archeologie houdt, dus niet alleen voor de inwoners van Leidsche Rijn en Utrecht. Het is een ode aan de kracht van samenwerking, het belang van erfgoed, en de schoonheid van een landschap waarin mens en natuur elkaar versterken. Ik hoop dat er ook mensen van verder weg komen. De Vlinderhof is internationaal al heel bekend. ‘
Komt de film ooit op tv?
“De film is gemaakt als bioscoopfilm. Zo’n film is veel trager is dan een documentaire gemaakt voor tv. Naast de première op 12 oktober zijn er ook vertoningen met een nagesprek in Pathé Leidsche Rijn. In het najaar volgen nog diverse specials in en om het park en filmhuizen in de regio. Daarnaast wil ik de film insturen naar diverse (internationale) filmfestivals die een raakvlak hebben met natuur, architectuur en archeologie. En ik ben in gesprek met de NPO voor mogelijke uitzending op tv, medio 2026. Deze film is echt gemaakt voor het grote doek. Bij deze roep ik iedere parkliefhebber op om te komen kijken en je te verwonderen.”
Tekst: Lucie Th. Vermij
Lees meer over de film en de vertoningen op Film over het Máximapark – Maximapark
Lees het eerste interview met Hans den Hartog van februari 2023: Film Máximapark – Maximapark
Nachtvlinder in het Máximapark
